De saaiheid van mierenbiologie

Een dikke vijf jaar geleden zat ik nog op het VMBO en had ik elke week een uur lang biologie. Regelmatig kwamen er leuke en interessante dingen aan bod, zoals de werking van het bloedstelsel of het hoofdstuk met seksuele voorlichting uit klas drie. Voor deze onderwerpen had ik standaard hoge cijfers, maar elk jaar kwam er weer dezelfde vervelende opdracht terug. ‘Ga maar naar buiten en schrijf op wat je ziet.’ We moesten niet zomaar opschrijven wat we zagen, nee. Een formulier kregen we in onze handen gedrukt om op te schrijven wat mieren aan het doen waren.


Eén seconde lopen, twee seconde stil staan, poot bewegen, volgen, stilstaan, lopen, korrel oppakken, weer een paar seconden lopen. Echt stom. Dat is momenteel nog steeds het idee dat ik erbij heb, ook al is het ruim vijf jaar geleden. Uren heb ik tussen de stenen gezocht naar mieren om te bestuderen wat ze nou eigenlijk deden, maar het schoot niet op. Een kriebelig gevoel gaat door mijn lichaam heen als ik deze column schrijf. En het telde nog mee voor een cijfer ook! Veel pubers uit mijn klas deden maar wat en zaten lol te trappen, terwijl ik serieus aan het zoeken was naar mieren. Kom op, slaat nergens op. En weet je wat het erge was? Ze kregen net zo’n hoog cijfer als ik, omdat ze het formulier net zo hadden ingevuld. Oneerlijk, lijkt mij.
Mieren zijn erg handige en sociale dieren. Zo gebruiken ze geluidjes naar elkaar toe om te kunnen communiceren en heeft elke mier zijn eigen taak. De één is koningin en dan heb je nog de soldaten, verkenners, verzorgers en eten makers. Als wij zo’n verdeling van het leven hadden, dan had ik ook niet hoeven op te schrijven hoe de mieren hun tijd verdelen.

No votes yet.
Please wait...

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *