‘Heey, hoe gaat het?’
‘Goed, met jou?’
‘Ook goed, thanks.’
Dit is een standaard gesprek op WhatsApp. Waar uiteraard niks mis mee is. Maar soms wel heel irritant. Je wilt graag met iemand praten, iemand die je nog niet zo goed kent en misschien zelfs nooit in het echt hebt gesproken. En toch wil je graag met hem of haar praten. Het is een soort aantrekkingskracht over het web. Het feit van de blauwe vinkjes op WhatsApp is daar ook mede de oorzaak van. Je kan zien wanneer iemand je berichtje heeft gelezen.
‘Mooi.’
‘Zekers.’
‘Wat doe je vandaag?’
Het tweede dingetje is misschien nog wel irritanter, dan het feit dat degene je heeft aangeklikt en vraagt hoe het gaat. Het tweede dingetje is dat diegene het gesprek probeert op te starten. Bij de een lukt het wat makkelijker dan de andere. Het kan ook zijn dat diegene zich verveelt en daarom zich afvraagt wat je aan het doen bent. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat sommige mensen dat nogal irritant vinden. Ze willen helemaal niet met je praten, maar jij wel met hen. Daarom probeer jij het gesprek op gang te krijgen. Misschien omdat je je verveelt, of omdat je het leuk vindt om met diegene te praten.
‘Niks en jij?’
‘Ook niet veel.’
Na eigenlijk 12 woorden valt het gesprek helemaal stil. De ander of jij heeft geen zin meer om te praten, wat eigenlijk al zo was toen hij ‘Heey’ zei. Na een paar minuten niksen, kijk je op zijn WhatsApp. Hij is online. Je denkt voor het eerst: Ach, laat ik het maar proberen, ik verveel me nu toch. Na een paar minuten praten, ziet het gesprek er heel anders uit. Het gaat over koetjes en kalfjes en je voelt je prettig. Je achterhoofd denkt: dit gaat gaat, zo gaat ie beter.
‘Ik ga bijna met vakantie.’
‘Lekker! Waar ga je heen?’
‘Spanje, aan de Costa Dorada.’
‘Haha nice, lekker je bikini mee! ;)’
Achteraf denk je dat het een grote slijmbal is, wat misschien ook wel waar is. Maar toch zie je nu iets aantrekkelijks in hem. Opeens in één dag, misschien wel in één uur hebben jullie een klik gekregen. De volgende dagen praten jullie weer aan één stuk door, onder lestijd. Langzaam vraag je je dan toch weer af, waarom? Je zegt hem duidelijk dat hij zijn hoofd moet houden en je zegt: ‘Doei.’