Op een drafje loop ik het station op. De kaart houd ik voor de kaartlezer en mijn ogen flitsen over het schermpje, ingecheckt Traject Vrij. Ik nam plaats op één van de banken in de trein en begon te schrijven. Gelukkig had ik mijn kladblok en fineliners nog net op tijd in mijn tas kunnen proppen. Het was nogal een hectische ochtend. Even bedenk ik wat ik wil zijn. Misschien een singer-songwriter of kinderen entertainen met iemand anders als beroemd duo?
Weggezonken in gedachten dacht ik aan de legende van de doos van Pandora. Dat was vroeger tijdens tekenles aan de orde gekomen. Stormen, vulkanen, spinnen en spoken. Allerlei enge dingen die deze prachtige wereld er niet mooier op maken. Ze ontsnapten uit een kier van de doos. De zwarte fineliner raasde van plezier in mijn kladblok. Ik schreef een nummer, amateuristisch, dat wel. Een goede melodie doet al veel, net als een rijmende tekst. Het vrolijke lalala-refrein maakte plaats voor de regendans van Pandora. ‘Het regent en het doet. Een flinke storm in overvloed.’ De trein stopt en ik stap uit. Vervolgens loop ik naar het busstation en wacht aan een tafeltje.
Magisch kladblok
Tijdens het wachten belde ik één van mijn beste vrienden voor een beetje vermaak, leedvermaak wel te verstaan. Het kladblok lag open op het tafeltje. Terwijl ik me had omgedraaid voor het telefoongesprek, was er een jonge, blonde vrouw achter het tafeltje achter me gaan zitten. Ze keek naar mijn brede, schokkerige rug die trilde van het lachen. Een seconde later voelde ik een bos haren langs mijn gezicht strelen. De vrouw was vervolgens verdwenen. Het gesprek kapte ik af en begon te zoeken naar de pen. Die vond ik op de grond. Mijn glimlach werd omgetoverd naar nieuwsgierigheid. In pastelzwart stond rechtsonder, in het hoekje, een 06-nummer gekrabbeld. Eromheen waren verschillende lippenstift-kussen gedrukt. Automatisch keek ik om me heen of ik het betreffende meisje kon vinden. En jawel hoor, aan het einde van de stationshal keek ze me recht in mijn ogen aan. De blonde meid lachte en wenkte me. Met mijn tas in de hand liep ik op haar af. ‘Jouw kladblok is magisch,’ zei ze wanneer ik op een paar meter afstand was. ‘Werkelijk?’ vroeg ik.
De eerste versie van deze column is hier te lezen.
1 Comment
Wat superleuk geschreven! Pandora is misschien niet alleen maar slechte dingen… of juist wel 😉