Mensen doen het vaak, kopiëren. Blaadje voor blaadje en dat telkens weer. Het is ook een mopperapparaat, het kopieerapparaat. Papier leeg, inkt op, vastlopen of je moet lang wachten totdat je papiertjes eruit komen. Uren staan mensen aan het kopieerapparaat. Op sommige dagen vloekend, op sommige dagen vrolijk. Het kopieerapparaat doet echt wat met mensen. Het bepaalt hun stemming voor de dag. Vooral als ze veel moeten printen of kopiëren op één dag.
Niet alleen kopieerapparaten kunnen kopiëren, ook mensen kunnen dat prima. Denk maar bij het beeld dat iemand op een ongemakkelijk moment zijn kopje thee pakt en dat zijn of haar gast dan zijn eigen kopje pakt. Mensen kunnen prima hun gedrag kopiëren van de ander. Zonder dat we het door hebben. En dat nog vaak onbewust ook! Je zal jezelf vast wel een keer hebben betrapt op iets wat de ander ook precies zo heeft gedaan. Zie het voorbeeld van hierboven. Echter is niet alles te kopiëren. Het kan nooit precies zo gaan, ook niet als je het een halfjaar voorbereid.
Vandaag stond ik te kopiëren. Ik moest mijn eigen boek kopiëren, de Planmethode. Ik had verder geen exemplaren mee en wilde mijn eigen niet afgeven. Even later kwam een jonge vrouw achter mij staan. Ze was ongeveer 168 centimeter en met mooie blonde haren en grijze ogen. Niet zomaar grijze ogen, maar ogen waarin je, als jongen, in kunt verdwalen. Ze vroeg of ik nog veel moest kopiëren en antwoordde dat ik bijna klaar was. Ze haalde haar stapeltje papieren door haar hand en legde het vervolgens op een tafel naast de kopieermachine. ‘Heb je last van je schouders?’ vroeg ze bezorgd aan me. Vertwijfelend knikte ik ja. ‘Ik weet daar wel iets op.’ zei ze bemoedigend. Ze kwam dichter achter me staan en begon mijn schouders te masseren. Even knikte mijn schouders omhoog. Laat maar gaan, dacht ik. Ik draaide me langzaam om en keek in haar stralende, diepe grijze ogen. Ze kwam dichterbij me en duwde me tegen het kopieerapparaat aan. Mijn lippen drukte op die van haar. Misschien drie, vier of vijf seconden. Haar handen had ze ondertussen al op mijn borstkast gelegd. Zachtjes duwde ze erop. Haar haar golfde over ons heen. Haar lippen raakte nog steeds de mijne. Ik drukte haar zachtjes naar achter en onze lippen lieten elkaar los. Het kopieerapparaat begon te piepen. Mijn kopietjes waren klaar. Ze knipoogde naar me, ik keek haar even aan en verdween toen weer naar mijn kantoortje. Dit, dit, dit is dus niet exact te kopiëren.