Onze Goedheiligman is weer in het land. Het is de tijd van surprises en snoepgoed. Lekker pepernoten op de tafel en nu het vroeg donker is, mogen ook de waxinelichtjes aan. Aangezien ik geen grote kamer heb, is het opwarmen met een paar kaarsjes een klein kunstje. Vandaag een gedicht over de koude ochtenden van november. Bovenal over de cadeautjes die ik zou willen krijgen. Maar als kind van boven de twintig verwacht ik niet dat ik iets in mijn schoen krijg. Lees je het gedicht?
Dromen worden groter
Onder m’n voeten knisperen blad’ren
Op de koude ochtenden van november
Mijn hart klopt van wild geraas
In de verte zie ik hem al staan
De contouren van Sinterklaas
Maar nu ik boven de twintig ben
Heeft het klaarzetten van een schoen
Toch maar weinig zin
Dromen in het leven worden groter
Zoekende naar mijn eigen gewin
Wat staat er in het grote boek geschreven
Ik overdenk het tijdens een wandeling
De bomen zijn hoger dan ik denken kan
Onder m’n voeten knisperen blad’ren
Daar word ik chagrijnig van man
Van mijn geld valt geen huis te kopen
Al is dat mijn liefste wens
Met een tuintje om plantjes te laten groeien
Een partner die mij met een kusje wekt
De vlammen die in de haard gloeien
Natuur om van te genieten
De politiek die zorg draagt voor problemen
Plastic scheiden netjes aan de weg
Van het leven nog zoveel te leren
Wachtende of de laatste kaart wordt opgelegd
Uiteindelijk is december gekomen
Onder m’n voeten knisperen blad’ren
Sinterklaas vaart weg met stille trom
Neemt mijn ideeën met zich mee
Naar de plek waar de horizon glom
Koude ochtenden van november
Op de koude novemberochtenden wil je juist heerlijk in bed blijven liggen. Dromen worden groter in het leven naarmate je ouder wordt. Niet dan? Als kind was je blij met een boek, treinbaan of knutselspul. Nu wil ik een huisje voor mezelf. Ach, dromen om in te blijven geloven!